Informatie
Jylland
(Jutland) is het lange, westelijke deel van Denemarken, dat zich als
schiereiland ten noorden van Duitsland uitstrek. De westkust wordt blootgesteld
aan wind
en de golven van de Noordzee. De westkust is ook het meest woeste gedeelte van
Denemarken. Hier zijn de bomen door de voortdurende kracht van de wind naar het
oosten omgebogen en in de loop van de eeuwen zijn er ontelbare schepen langs
deze kust vergaan. Het gebied is dunbevolkt en wordt van oudsher bewoond door
haringvissers
en boeren die nauwelijks kunnen leven van de schrale grond. Tegelijkertijd is
deze kust gezegend met één van de mooiste zandstranden van Europa. De
zandstranden strekken zich
bijna ononderbroken uit van het schiereiland Skallingen tot aan Grenen bij
Skagen, het noordelijkste puntje van Denemarken.
Naar het oosten wordt het land steeds dichter bevolkt en intensiever bewerkt. De
vlakke aardappel- en landbouwgebieden maker hier plaats voor het hooggelegen
merengebied
waar de hoogste heuvels (tot 171 meter) van Denemarken zijn. Achter de heuvels
ligt de oostkust. Een gebied dat meer beschut en rijker is dan het woeste
westen.
Hier zijn ook veel meer steden zoals bijvoorbeeld Århus.
Het eiland Fyn (Funen) ligt tussen Jylland en Sjælland. Op dit eiland is
in de stad Odense Hans Christian Andersen geboren. Op Fyn leiden kronkelige
landweggetjes de reiziger
naar kastelen en dorpen waar langs de smalle, met kinderkopjes geplaveide
straten de bont geschilderde vakwerkhuizen staan. De deuren van deze huizen
worden omringd door
stokrozenstruiken. De Denen noemen deze plaatjes hygge, een woord dat een
betoverende knusheid oproept.
Vanaf Fyn kan de reiziger over de Store Belt Broen, tussen Nyborg en Korsør,
naar het eiland Sjælland (Seeland) rijden. Dit eiland is vol met
koninklijke en adellijke landgoederen.
Vooral de plaatsen Roskilde, Helsingør en Kopenhagen vormen een hoogtepunt van
een reis door Denemarken.
Danske
Kroferie-vereniging
Eeuwen geleden
werd per koninklijk decreet afgekondigd dat langs de hoofdwegen elke 20 km en
kro (herberg) moest staan waar reizigers konden eten en overnachten.
Deze traditie bestaat nog steeds en tegenwoordig maakt een verscheidenheid aan
oude en nieuwe kro's, verspreid over het hele land, deel uit van de
Danske Kroferie-vereniging,
die prima gastvrijheid biedt voor een redelijke prijs.

Mols (een
schiereiland in Midtjylland, tussen Ebeltoft en Rønde)
De bewoners van
Mols vormen traditioneel het mikpunt van Deense grappen. Één van de
grappen vertelt hoe de plaatselijke bevolking besloot om de kerkklok in zee te
leggen, uit
angst dat de klok door plunderaars zou worden gestolen. Ze lieten de klok zinken
en gaven door middel van een inkerving op de rand van de boot de precieze plaats
aan.
Vervolgens roeiden ze terug naar de kust, in de vaste overtuiging dat ze wisten
waar ze hun schat konden terugvinden.

Lied van Fyn
De componist
Carl Nielsen werd in 1865 geboren in Nørre Lyndelse, waar hij wordt
herdacht in een aantal kamers in zijn oude woning.
Nielsen schreef de volgende regels voor het Lied van Fyn:
"Alles in Fyn is anders dan in de rest van de wereld, en wie de moeite
neemt om te luisteren zal dat weten. De bijen zoemen op een eigen manier met een
speciaal Fyn's accent
en als het paard hinnikt en de rode koe loeit, dan kan iedereen horen dat het
heel anders klinkt dan waar dan ook. Het is een vrolijk Fyn dat de lijster
fluit, en het gelach van
de merel, wegglippend onder de seringenbosjes, is een nabootsing van de luimen
van de spreeuw, die zelf weer een echo zijn van het betoverende gegniffel van
Fyn's meisjes
wanneer ze plezier hebben en lachen achter de geknipte heggen. De klokken luiden
en de hanen kraaien in Fyn's dialect en een heerlijke symfonie klinkt op uit de
vogelnesten
elke keer dat de moeder haar jongen voedt. Ook de stilte zingt hetzelfde wijsje
en zelfs de bomen dromen en praten in hun slaap in een Fyn's cadans.
Gastenboek